Inleiding
Het leven lijkt een liedje van verlangen. We verlangen naar geluk en denken dat te verwerkelijken met een carrière, geld, bezit en een geweldige partner. We slalommen om de klippen van ons leven heen, weg van het een, op zoek naar het ander. Worden we daar echt gelukkig van?
Verlangen heeft in het Boeddhisme geen beste naam: het is de eerste van de drie vergiften die ons lijden veroorzaakt. Ook in het Christendom behoort verlangen niet tot de grote drie van Paulus: hoop, geloof en liefde.
Ik ben opgegroeid met een wantrouwen naar mijn verlangens. Heel vaak zei mijn moeder mij: “Kind, je verlangt naar dingen die niet bestaan.” De boodschap was duidelijk: ik moest mij schikken in mijn lot als meisje, vrouw, mens. Verlangen is gevaarlijk, passie is een agressieve vernietiger. Dat alles moet gekanaliseerd worden en geneutraliseerd. Dat was de katholieke cultuur. We zien aan verschillende heiligen dat ze eerst een woest leven leidden vol begeerten en ook toegeven aan die begeertes.
Augustinus, Ignatius van Loyola, leidden zo’n leven als jongeling. De Boeddha werd als prins verre gehouden van ziekte, pijn en lijden en aan al zijn verlangens werd voldaan totdat hem de schellen van de ogen vielen. Voor hen was de weg naar verlichting een weg door begeerten en verlangen heen.
Toegeven aan begeerte of radicaal uitroeien lijken de meest gebruikelijke strategieën om met verlangen om te gaan. Of: een beetje toegeven en een beetje uitroeien.
De vraag van vanavond is: kan verlangen wel een kracht zijn? Kan het een bevrijdende kracht zijn, een die ons op een goed spiritueel spoor zet?
We gaan vanavond kijken naar hoe verlangen werkt – en concentreren ons vooral op de bevrijdende kant ervan.
Christendom
Ignatiaanse spiritualiteit moedigt goede verlangen aan. Aan het begin van je gebed vraag je God wat je verlangt. In retraites overdenk je wat je echt verlangt.
God is met jou persoonlijk bezig door middel van verlangens en gevoelens. In je gebed tot God leg je je verlangens neer. Verlangens zijn er naar kleine dingen en er is het grote verlangen, het verlangen naar God.
Van nature is verlangen hebberig. Je kunt ervoor kiezen ze te laten uitdoven. Een andere weg is door ordening, uitzuiveren en omvormen komen tot een spiritueel pad, door uitzuivering.
Uitzuiveren van je verlangens doe je door ze te benoemen, ernaar te kijken en ze te verhelderen. Geen oordeel erover! Niet religieus correct verlangen uitspreken maar echt kijken wat er is aan verlangen. Vervolgens blijf je kijken en onderken je ook de consequenties van het toegeven aan je verlangens.
Welke verlangens geven werkelijke vrede, wat levenskracht geeft en welke verlangens je ontevreden maken, dor, bozig of jaloers, hebberig maken, agressief of verslaafd. Door de consequenties ervan ook te zien vormen je verlangens zich om. Uiteindelijk is er een verlangen naar God dat belangrijker is dan alle andere verlangens.
Valkuilen bij het bezig zijn met uitzuiveren van verlangens:
- Naïviteit: geloven dat als je maar echt verlangt en vraagt en bidt om wat je verlangt, je alles krijgt wat je hebben wil.
- Uitleven: Toegeven aan verlangens en denken dat dat je gelukkig maakt. Beze¬ten raken en verslaafd aan de passie en dingen kapot maken. Je verlangens onderkennen wil nog niet zeggen dat je ze moet uitleven!
- Te braaf je best doen: Jezelf verlangens eigen maken waarvan je hoopt dat ze je afleiden van je echte verlangens: verlangen naar martelaar¬schap, verlangen groots en meeslepend te leven, waardoor je de triviale verlangens niet wilt onderkennen.
Boeddhisme
In het boeddhisme wordt verlangen gezien als een van de 3 vergiften. De andere twee zijn: haat en onwetendheid. Door deze 3 vergiften in ons leven streven wij geluk na op een wijze die lijden voortbrengt. Ik zal dat uitleggen:
De Boeddha leerde dat de drijfveren verlangen en weerzin of afkeer, juist de oorzaak van het lijden of ongemak in ons bestaan zijn. We nemen verlangen en weerzin ten onrechte te serieus. We denken dat we geluk nastreven maar doen eigenlijk precies het tegenovergestelde. Door achter ons verlangen aan te rennen weg van onze afkeer, veroorzaken we juist ons eigen lijden. Denk daarbij aan alle varianten van verlangen: van heftige passie of begeerte tot subtiele gevoelens van lichamelijk genot en gehechtheid. De tweede soort onheilzame wortel is haat. En dat omvat ook afkeer, angst, weerzin en woede. Haat is het omgekeerde van verlangen: verlangen naar niet zijn wat er wel is.
En dan is de derde gifbron de ‘spirituele’ onwetendheid. Haat en verlangen gaan altijd met onwetendheid gepaard. Want als we zouden weten hoe ze werken, dan zouden we ons ervan bevrijden.
Pas als we openstaan voor het hier en nu, pas als we de realiteit van ons bestaan accepteren zoals die is, zonder begeerte naar iets anders, zonder haat tegen wat er is – dan pas is geluk mogelijk.
Maar onze begeerte en onze weerzin zijn sterk. We blijven maar denken dat het bezit van een mooiere auto of groter huis (of wat dan ook) ons gelukkig zal maken. Er is een Rupsje Nooitgenoeg in onze geest aan het werk, die hoopt ooit eens zoveel gegeten te hebben dat zij zich vanzelf tot een mooie vlinder ontpopt.
Vier strategieën om met Rupsje Nooitgenoeg om te gaan
1- Ontwijken, vermijden van dit gif – ga verlangenopwekkende situaties uit de weg.
Wanneer passen we dit toe? Dit is ook de grondslag voor de wens dat vrouwen zich bedekken, door cultuur rondom Paulus en door de islam. Als vrouwen zich zouden bedekken hebben mannen geen last voor hun hormonen.
2- Neutraliseren, tegengif toedienen: deugden ontwikkelen en geen aandacht geven aan wat je verlangt (niet bestrijden)
Wat neutraliseert verlangen, wat is tegengif:
- Tevredenheid
- Dankbaarheid
- Vrijgevigheid
3- Transformeren van het gif: Gif kun je zien als krachtige transformerende energie die gebruikt kan worden op het pad van ontwaken. Verlangen ervaren en zonder te handelen erbij blijven en doorstaan. Het is een sterk middel om te ontwaken!
Door onverdeelde aandacht zonder te oordelen, te versterken of te bestrijden, smelt de verkramping van het verlangen weg.
Kennen we voorbeelden:
- de pauw eet gif om prachtige veren te kunnen maken
- prik met een beetje gif maakt antistoffen aan om de ziekte te kunnen verslaan (pokkenprik)
- levensvoorbeelden:
4- De laatste strategie lijkt op de 3e. Het accepteert verlangen als onont-koombaar en zelfs gewenst en trekt de angel eruit: ‘Verlangen is datgene wat in ons gewone bestaan de bevrijding het meest dicht benadert’, aldus Mark Epstein, boeddhist en psychiater uit New York. In zijn boek Vol Verlangen zet hij de spirituele kracht van verlangen, begeerte en hartstocht uiteen. Met verlangen is niks mis; alleen met het vastklampen dat onlosmakelijk aan begeerte verbonden lijkt te zijn, ontstaat er een probleem. We hoeven het verlangen niet uit te roeien om tot inzicht en bevrijding te komen. Slechts het vastklampen beëindigen is voldoende om een nieuw pad naar kracht en intimiteit in te slaan!
Het uiteindelijke doel van verlangen ziet Epstein in het opheffen van het vastklampen. Datgene dat we als bitter ervaren in het verlangen ligt juist in ons eigen vastklampen. We hunkeren naar één bepaalde uitkomst die we zelf hebben bedacht. Dit verschil tussen de manier waarop we de dingen waarnemen en zoals ze werkelijk zijn, is de grondslag van onze strijd met het verlangen. Het verlangen doet zich voor als een verstorende tegenstander. Als we echter leren te stoppen met die strijd kan het verlangen een geweldige leermeester zijn, in plaats van een kwelgeest. Er is dus een weg tussen toegeven aan begeerte of het radicaal uitroeien. Die weg is cruciaal: accepteren dat geen enkele ervaring volmaakt bevredigend is.
Zonder vastklampen is het verlangen een vitale kracht die aanzet tot volledig leven en genieten. Deze kracht maakt ons tot individu en spoort ons tegelijkertijd aan om contact te maken onbekende werelden, met andere mensen. Het verlangen trekt je naar buiten toe, weg uit jezelf en in het contact. Tegelijk trekt het je dieper in jezelf. Het nodigt je uit om het meest diep verborgene uit jezelf te laten komen. In elke verlangen zit die drang naar zelfoverstijging, het los komen van de kleinheid van je ego. Verlangen is zo gezien een prachtige bondgenoot op weg naar verlichting.